

Doordat dichter Paul Van Ostaijen 125j. geleden werd geboren en ook doordat net nu twee werken over hem, over zijn speciale dichtbundel BEZETTE STAD verschenen, schenken de media, kranten en tijdschriften (en wellicht ook radio en tv) in Vlaanderen én Nederland veel aandacht aan hem.

Een merkwaardig leven leidde hij in Antwerpen en Berlijn, waarnaar hij in 1918 vluchtte, waarvan hij in 1921 doodarm terugkeerde. Hij werd kunsthandelaar. De laatste jaren van zijn leven leed hij aan tuberculos. Hij stierf in een sanatorium in Miavoye-Anthée bij Dinant.

In 1988 bezochten Maerlant-leerlingen zijn sterfhuis.
Van Ostaijen is een van de merkwaardigste (beste) dichters van de 20ste eeuw
.Collega-dichter Gaston Burssens schreef een boekje over hem, dat begint met: “Volgens Paul Van Ostaijen is poëzie woordkunst; zij is niet gedachte, geest, fraaie zinnen; zij is niet doctoraal, noch dada; zij is eenvoudig een in het metafysische geankerd spel met woorden”
Tot besluit een gedicht, niet een spectaculair vernieuwend typografisch opvallend vers…
Guido Gezelle
Plant
fontein
scheut die schiet
straal die spat
tempeest over alle diepten
storm over alle vlakten
wilde rozelaars waaien
stemmen van elzekoningen bloot
Diepste verte
verste diepte
bloemekelk die schokt in de kelk van bei’ mijn palmen
en lief als de madelief
Als de klaproos rood
o wilde papaver mijn






