Verkleed waren vele leerlingen van de Zilvermeeuw, geïnspireerd door HALLOWEEN (ooit feest van Ierse Kelten). + POMPOENWEDSTRIJD.

Alle leerlingen mochten verkleed naar school komen en konden ook deelnemen aan de pompoenwedstrijd. Prachtige kunstwerkjes waren het! Winnaars … morgen wellicht de namen en nog meer

HALLOWEEN: de definitie in de jongste DIKKE VAN DALE:

Feest van Keltische oorsprong, gevierd op 31 oktober (d.i. de vooravond van Allerheiligen), m.n. in de VS maar thans ook elders, waarbij kinderen langs de deuren gaan om snoep te vragen; de huizen zijn vaak versierd met uitgeholde pompoenen in de vorm van griezelige gezichten.

In mijn Van Dale-handwoordenboek van 1956 staat HALLOWEEN nog niet vermeld, in mijn dikke Van Dale van 1976 ook niet. In de uitgave van 2005 staat exact hetzelfde als in die van 2021.

Bart De Wever over HALLOWEEN in een column van 2 nov. 2010: Lang voor de kerstening van onze contreien vierden de Kelten hun Nieuwjaar in de periode tussen wat in onze Gregoriaanse kalender 31 oktober en 15 november is gaan heten. Rond die periode sloten ze immers de oogst af en werd al het voedsel in schuren opgeslagen om de winter door te komen. In deze overgang van licht naar donker geloofden de Kelten dat de grens tussen hun wereld en de bovenwereld tijdelijk dun en onbewaakt werd waardoor geesten de overgang konden maken. Goede geesten kon je lokken door het huis mooi te verlichten, kwade geesten kon je aan de deur houden door je afschrikwekkend te kleden. De katholieke kerk, zeer bedreven in het recupereren van heidense tradities die stand hielden, viel uiteraard de gelijkenis op tussen het Keltisch Nieuwjaar en het feest van Allerheiligen. Beide gingen samenvallen en werden vastgelegd op de nacht van 31 oktober op 1 november. De Kelten telden namelijk niet in dagen maar in nachten. De nacht was dus niet het einde maar het begin van een dag voor hen. Zo komen we dus tot Allerheiligenavond of in het Engels All Hallows Eve, inmiddels verbasterd tot Halloween. Het werd een christelijk gebruik om de avond voor Allerheiligen van deur tot deur te gaan om te bedelen voor voedsel. In ruil voor de gaven, werd er de volgende dag gebeden voor het zielenheil van de overleden familieleden.