
Sinds het graf van Toetanchamon in 1922 is ontdekt, spreekt het tot de verbeelding: het gouden dodenmasker waarmee de Egyptische farao in de 14e eeuw voor Christus is begraven.
Uit nieuw onderzoek blijkt nu dat het kostbare object destijds niet voor hem is gemaakt, maar wel voor zijn legendarische (stief)moeder Nefertiti. Dat beweert tenminste egyptoloog Nicholas Reeves, dezelfde man die momenteel de tombe van Toetanchamon onderzoekt op zoek naar verborgen ruimtes.
ZIE MEER: http://deredactie.be/cm/vrtnieuws/wetenschap/1.2510968
Archeloog Borchardt werd door de Berlijnse katoenhandelaar James Simon naar de ruïnes van Amarna (of Achetaton) gestuurd, aan de oostzijde van de Nijl in het midden van Egypte. Met de Egyptische autoriteiten werd afgesproken dat de helft van de vondsten naar Egypte zou gaan.
Op een vrijdag in december, in de ruïne van het huis van beeldhouwer Tutmoses, haalde Borchardt zijn grootste kunstschat uit het zand: Nefertiti, ‘de schone is gekomen’.
Hoe dan ook, zonder enig getouwtrek ging Nefertiti naar Berlijn. Daar zou ze jaren achtereen in de kamer van James Simon pronken.
Nadat Simon de Nefertiti in 1920 aan de Pruisische staat had geschonken, werd het beeld in 1924 voor het eerst tentoongesteld in het Berliner Museum.