

en dit is de website van de vernieuwde ANS
Op dinsdag 20 april presenteerde het Instituut voor de Nederlandse Taal (INT) in samenwerking met de Taalunie de vernieuwde e-ANS.
De Algemene Nederlandse Spraakkunst, kortweg ANS. Dit is de meest uitgebreide Nederlandse beschrijving van de Nederlandse grammatica. De ANS is tot stand gekomen in Belgisch-Nederlandse samenwerking en verscheen voor het eerst in boekvorm in 1984. De tweede editie volgde in 1997, en in 2002 werd die online gepubliceerd onder de naam e-ANS. In 2015 is begonnen met een herziening door het Leiden University Center for Linguistics, de Universiteit Gent, de KU Leuven en de Radboud Universiteit Nijmegen. Het INT heeft gewerkt aan een nieuwe, gebruiksvriendelijke website. De inhoudelijke herziening zal de komende jaren voortgezet worden bij het INT.
Toen ik Germaanse filologie studeerde aan de RUG moesten we NEDERLANDSE SPRAAKKUNST van Rijpma en Schuringa ‘kennen’. Ik gebruikte die grammatica ook nog toen ik lesgaf.

Na 1979 raadpleegde ik vooral van den Toorns NEDERLANDSE GRAMMATICA

en ook wel eens de BEKNOPTE A.B.N. SPERAAKKUNST vano.a. Paardekoper. In 1984 schafte ik mij de dikke ANS aan, een waardevolle taalgids.

De kranten van de voorbije dagen merken in de nieuwe ANS, de elektronische enkele versoepelingen op. Ja, de trend is duidelijk: minder ‘champetter spelen’, maar taal beschrijven.



Ik blij zeggen en schrijven: IK BEN DOMMER dan jij,
en niet DOMMER als hem.
Een wellicht Nederlandse mode is het het voegwoord ALS te gebruiken voor de comparatief. Als deze wending mag, dan vind ik dat men ook DOMMER OF moet goedkeuren. In mijn dialect gebruik ik nl. het voegwoord OF en als ik West-Vlamingen op de radio of tv hun gekuist Nederlands hoor spreken, dan valt mij op dat ze ook dan OF gebruiken in deze comparatiefsituatie.
Velen gebruiken na ALS of DAN een objectvorm van het persoonlijk voornaamwoord (MIJ,HEM, HAAR, ONS, HEN…) Dit is nog altijd foutief taalgebruik





