

Ik lees:
DE MORGEN: Jasper Philipsen wint openingsrit Tour de France in Rijsel en pakt gele trui
NOS: Etappe 1: gele loper ligt uit voor de sprinters bij Tourstart in Lille
HET PAROOL: Jasper Philipsen heeft toegeslagen in de eerste etappe van de Tour de France. De Belg was na een spectaculaire rit rond Lille, waarin waaiervorming voor de nodige slachtoffers zorgde, de sterkste in een sprint van een groep van een man of dertig.
HET NIEUWSBLAD: Jasper Philipsen sprint oppermachtig naar eerste gele trui in Lille, Remco Evenepoel verliest meteen tijd na waaierspektakel
Rijsel is in het Frans Lille. Als er een Nederlandse benaming van een vreemde stad of een ander land bestaat, dan gebruiken we die: Parijs, Frankrijk, Luik en Rome enz.
Beide woorden LILLE en RIJSEL betekenen hetzelfde, namelijk ‘bij of op het eiland’ (AD INSULAM) in de Deule, de bijrivier van de Leie (la Lys) waar de stad is ontstaan.
Ik lees op p. 103 van Tommy Wieringa’s roman NIRWANA: “Eenmaal België door vonden ze een hotel in Lille en dineerden op het terras“
Een Vlaamse schrijver zou hier zeker RIJSEL hebben geschreven.
Vooral voor plaatsen in Europa die we al lang, sedert de Middeleeuwen, goed kennen, ook uit geschreven teksten, bestaat er een Nederlandse naam, voor Praag en Wenen en Milaan, voor Keulen en Straatsburg en Venetië en RIJSEL dus.
Voor enkele plaatsnamen bestaat er een Nederlandse naam, die we niet meer of zelden, wat hoogdravend of een tikkeltje spottend gebruiken…Kantelberg en Frankfort bijvoorbeeld. Atrecht en Kamerijk komen nog voor in historische context. Die steden met een tikkeltje ‘Nederlands’ verleden heten Arras en Cambrai. Weinigen weten nog dat Boulogne en Bailleul bijvoorbeeld, een Nederlandse naam hebben, nl. Bonen en Belle.




