Bijzonder mooi verhaal, overgoten met een wiskundig sausje
Een geslaagde roman met wiskunde als onderwerp
Een fragmentje uit het boek:
“Wiskundigen,’ ging hij verder, ‘hebben net zoveel plezier in hun studie als schakers in het schaakspel. In feite staat de ware wiskundige psychologisch dichter bij de dichter of de componist, beter gezegd bij iemand die zich bezighoudt met het scheppen van schoonheid en het zoeken aar harmonie en perfectie. Hij is de tegenpool van de praktische man, de ingenieur, de politicus of de…’ – hier pauzeerde hij even en zocht naar iets dat op zijn waardeschaal nog verfoeielijker was – ‘de zakenman, natuurlijk.’”
OOM PETROS EN HET VERMOEDEN VAN GOLDBACH van de Griekse auteur Apostolos Doxiadis (geb. 1953) die wiskunde studeerde. Raadpleeg eens https://www.demorgen.be/nieuws/vergooid-aan-een-vermoeden~bfdb0612/
En “Oom Petros…’bewijst dat het best mogelijk is een geslaagde roman te schrijven over een onderwerp als wiskunde. In feite ligt dat ook voor de hand, want als er twee dingen zijn die literatuur en wiskunde verenigen, dan wel fantasie en schoonheid. Waar die samenkomen heb je alleen nog iemand nodig die zorgvuldig luistert, interpreteert en neerschrijft. Iemand als Apostolos Doxiadis dus.”
De hoofdpersoon van deze roman is de (verzonnen) Griekse wiskundige Petros Papachristos, geboren in 1895. Petros Papachristos is het zwarte schaap in zijn familie, en het slachtoffer van zijn eigen opvatting: ‘een wiskundige die alleen maar middelmatig is – ik praat nu over een onderzoeker natuurlijk, geen leraar op een middelbare school – is een diep tragische figuur …’ (p. 32- 33). De roman speelt in de jaren 1960-1970. De ik-figuur van het verhaal is de neef van Papachristos, en wanneer deze neef aangeeft ook wiskundige te willen worden, moet hij zijn oom Petros beloven alleen wiskundige te worden wanneer hij een testprobleem zonder hulp binnen drie maanden kan oplossen. Dit testprobleem is: te bewijzen dat elk even getal de som is van twee priemgetallen. De neef kan dit niet oplossen en wordt dus geen wiskundige. Later in Amerika komt hij erachter dat het ‘testprobleem’ het beroemde vermoeden van Goldbach uit 1742 is, dat nog steeds niet is opgelost en hij ontdekt ook dat zijn oom Petros zijn hele leven lang niets heeft gepubliceerd. Woedend gaat de neef bij oom