Enkele kranten besteedden de voorbij dagen al aandacht aan het overlijden van Godfried Bomans, 50 jaar geelden.
Marc Coenen schrijft in ZENO (De Morgen) van 18/012/’21: “Toen Godfried Bomans op 22 december 1971 op zijn 58ste onverwacht stierf, trok er een golf van collectieve rouw over de Lage Landen.”
Hij was bekend als schrijver – ERIK OF HET KLEIN INSECTENBOEK (dit las ik in de 4des als cursorische lezen – , PIETER BAS, als columnist, als stukjesschrijver én als schrijver van kostbare Nederlandse sprookjes. Toen ik Nederlandse les gaf in de 4des las ik met de leerlingen als voorbeeld van een cultuursprookje HET AANZOEK, dat stilistisch al vreemd begon: “Er woonde eens een jonge kikker in een gummibal, die verschrikkelijk verliefd was. Maar hij dorst het niet te zeggen…”
Hij liet het aan een oude kikker over om zijn geliefde te zeggen dat hij, de jonge kikker, zo verliefd was. Maar de oude kikker gaat er met haar vandoor…
En dan ontmoet de jonge kikker zijn geliefde, nadat een ooievaar de oude heeft opgepikt: “De ooievaar is voorbij gekomen” sprak zij… Aan de jongen vertelt de jonge vader deze geschiedenis. “En zij vertelden het weer aan hun kinderen, en ten laatste kwam het zo ver, dat de geschiedenis gedrukt werd en op dit papier gezet. Hier is zij. Lees haar goed. En als de grote dag gekomen is, ga er dan zelf op af en laat dit aan niemand over.”
