N.a.v. GEDICHTENDAG 2021: een 75 jaar oud gedicht van Bert Decorte, een refrein, een vormballade, boordevol lyriek, overvol van poëzietechniek: EEN LIED DER BLIJDSCHAP. Vele, niet zo jonge Maerlant-atheneum-lln. herinneren het zich wellicht

3WB in 1972: R. Desmedt, leraar Nederlands/Engels, ?, G. Bosmans, leraar fysica C.arl Lescrauwaet, W. Aspeslagh, ?, J. Coudeville, Noël Desmedt, leraar geschiedenis, onderaan: M. Dupon, F. Callier, C? deprest, N. Jonckheere, K. De Coninck, B. Callier, R. Demarest, leraar l.o.

Hoewel ik vandaag heel graag  DE INAUGURATIEDICHTERES van Lisette Ma Neza had voorgesteld, kies ik toch voor dat andere, dat al bijna vergeten is, ook omdat ieder Ma Neza’s gedicht op het internet kan lezen en beluisteren, door haarzelf voorgelezen.

Ik leerde EEN LIED DER BLIJDSCHAP kennen in 1958, ik leerde het uit het hoofd, ik droeg het voor. Mijn leraar Nederlands in het KA Brugge was Joost Johan Dambre.

3WA in 1972: ?, C. Van Huele, E. Patteeuw, – onderaan: D. Vanhoutte, M. De Coninck, G. Devliegher

Voor vele leerlingen in KA Maldegem en KA Blankenberge heb ik het voorgedragen , met hen het geanalyseerd…het kakelbont door elkaar gooien van verschillende taalsferen, de zeer grote klankrijkdom, de suggestieve kracht van woorden, het zintuiglijke aspect; de beeldenrijkdom, dat wonderlijke toveren met rijm en strofenbouw. Het kon niet anders dan dat Bert Decorte van rederijkersrefreinen hield en van Franse ballades van François Villon en Charles d’Orléans.

De levensles die de hedendaagse door corona getroffen lezer erin vindt is van toepassing:

’t hoeft niet dat men daarover daaglijks zeur

De dagen krijgen, zijn ze ook alle eendre,

Toch elk en ieder andre kleur en geur.

‘k Neur dus een liedje, ik fluit een liedje, ik fleur

Van liedjes als een weid vol margrietjes,

Jong als de morgen kan ik, blauw en hel,

Klaar zijn als ogen en vergeet-mij-nietjes

En rijk zijn met mijn kaalkop en mijn vel