13 DECEMBER : VIJFDE EXAMENDAG IN 2DE EN 3DE GR. MAERL.-ATH.: HUISHOUDKUNDE, ECONOMIE, FYSICA, WISKUNDE EN VEEL NEDERLANDS. EEN TAALFILOSFIETJE: SCHOON VLAAMS IS GEEN NEDERLANDS.

Joël De Ceulaer is germanist en filosoof, was journalist voor Knack en is het nu voor De Morgen.

Hij schreef in ZENO van 10/12 het artikel SCHOON VLAAMS IS GEEN NEDERLANDS. WAAROM WIJ ONZE TAAL MOETEN VERZORGEN EN BEWAREN.

Hij begint zijn artikel met : Ach. Ik weet het wel. Het is een achterhoedegevecht. De strijd is gestreden. Het pleit is beslecht. Het kalf is verdronken. Dit artikel heeft geen enkele zin meer. En toch wil ik het schrijven. Toch wil ik hier nog één keer mijn sabel heffen tegen de windmolens. Wil ik nog één keer uitleggen waarom ik zo droevig en opstandig word van de manier waarop het Nederlands geweld wordt aangedaan. Niet alleen door de modale spreker, maar evengoed door mensen die geacht worden die taal te bewaken, omdat ze als professionele gebruikers het goede voorbeeld moeten geven. EN

De Vlaamse Beweging heeft zo lang gestreden voor het gebruik van het Nederlands, en dan zouden wij dat nu laten vallen voor een tussentaaltje? En jammer genoeg rukt het op. Ik durf gerust te zeggen dat ik dat ook de VRT verwijt… EN

“Dat zou ook beter zijn voor nieuwkomers die onze taal leren. Ik ontmoet mensen die enorme inspanningen leveren, maar toch moeite hebben om hun Vlaamse buren te verstaan.” Aldus minister-president Bourgeois.  Het tegenargument luidt dat taal nu eenmaal leeft, en altijd evolueert. En dat klopt. Wat gisteren verkeerd was, is dat vandaag niet meer noodzakelijk. Een fout die vaak genoeg gemaakt wordt, is op den duur geen fout meer. De regels van een taal hoeven niet in beton te worden gegoten. Allemaal juist. De vraag is alleen wie bepaalt wanneer een fout aanvaard wordt. Het volk of de elite? Jawel, de tweespalt die dezer dagen het politieke bestel beheerst, verdeelt ook de taalminnaars onder ons. Ik heb over deze kwestie al een paar keer stevig gediscussieerd met Ruud Hendrickx, de zeer beminnelijke taaladviseur van de openbare omroep. Ik zou graag willen dat hij wat strenger was, zoals zijn beruchte voorganger Eugène Berode, voor wiens blauwe brieven met banbliksems alle presentatoren beducht waren. Hendrickx vindt het niet meer zijn taak om zo’n taalboeman te zijn. ‘Wie ben ik om die norm op te leggen?’ is zijn devies. Daarmee vertolkt hij de werkwijze van de Taalunie. EN

De taal is niet van ons. We hebben ze geërfd van de vorige generaties en moeten er goed zorg voor dragen, zodat we haar in goede staat kunnen doorgeven aan de generaties na ons. Taal is immaterieel erfgoed, een beetje zoals bier en carnaval, maar dan oneindig veel belangrijker. Allee, da vinnekik er toch van. In het volle besef dat een pleidooi voor de respectvolle omgang met taal vandaag zo ongeveer even populair is als een pleidooi voor de bescherming van de rechtsstaat. Vergeefse moeite dus, ik zei het al.

DE LEERKRACHTEN NEDERLANDS IN HET MAERLANT WILLEN IJVEREN VOOR EEN RESPECTVOLLE OMGANG MET HET NEDERLANDS