TAALFILOSOFIETJE: DUITSLERAAR

.We vinden het allemaal heel gewoon dat men WISKUNDELERAAR, GESCHIEDENISLERAAR (of ‘wiskundedocent en geschiedenisdocent) zegt en schrijft, maar evenzeer LERAAR WISKUNDE en LERAAR GESCHIEDENIS. DUITSLERAAR en FRANSLERAAR heb ik nog niet gehoord in Vlaanderen. In het tijdschrift ONZE TAAL (9/2016) las ik net dat men in Nederland de jongste tien jaar meer en meer  wel ENGELSDOCENT en DUITSLERAAR gebruikt. Dit is een natuurlijke evolutie: taal verandert!

‘Leraar van wiskunde’ en ‘die van Frans’ zijn FOUT: dit zijn gallicismen.

In het laatste geval zeggen best ‘die VOOR Frans’

Op de fotocollage zijn de leraren Duits (ikzelf krijg het nog nauwelijks uit mijn figuurlijke pen om ‘Duitsleraar’ te schrijven) voorgesteld die de voorbij 60 jaar Duits hebben gegeven in RNS, KA, Maerlant-Atheneum, of die Duits op hun diploma hebben staan…van Daan Inghelram (overleden) – hij was ook romanschrijver – Frits Standaert, Jaak Coudeville, Roland Desmedt (overleden), Hans Vansteenkiste tot Peter Lips, Joost Coudeville, Wendy Bossu en Kira Museeuw.