Hans Mayer, een in Oostenrijk geboren gevangene van Breendonk (ook van Mechelen Dossin) schreef jaren later gedetailleerd over de martelingen in Breendonk. Zijn vader was Joods, zijn moeder bekeerde zich toen ze trouwde. In 1938 vluchtten ze naar België In juli 1943 werd hij gearresteerd. Bij zijn ondervraging door de SIPO-SD bleef hij zwijgen en werd naar Breendonk gestuurd. Hij kwam er ook in de BUNKER terecht.
In SCHUILD EN BOETE VOORBIJ schrijft hij:
In de bunker hing aan de gewelfde zoldering een over een rol lopende ketting waaraan helemaal beneden een sterke, gebogen ijzeren haak was bevestigd. Ik werd naar het tuig gebracht. De haak greep de boeien die achter mijn rug mijn handen bijeenhielden. Daarna trokken ze me aan de ketting omhoog, tot ik ongeveer een meter boven de vloer hing. Je kon het in die houding, opgehangen bij de handen op de rug, heel even met spierkracht uithouden. Je zult tijdens die paar minuten, terwijl je hijgend het uiterste van je krachten vergt en het zweet op je voorhoofd en lippen staat, geen enkele vraag beantwoorden. Medeplichtigen? Adressen? Ontmoetingsplaatsen? Er komt nauwelijks iets uit je mond. Alle leven heeft zich samengetrokken in één plek van je lichaam, in je schoudergewrichten, en je lijf reageert niet; het put zich helemaal in deze krachtsontwikkeling uit. …En toen gebeurde er iets, een gekraak was het, een versplintering die mijn lichaam tot op dit moment niet is vergeten. Beenderen sprongen uit hun gewichtsholtes. ..Ik viel in de leegte en hing nu aan mijn verrekte, van achteren omhooggetrokken en over mijn hoofd verdraaide, gesloten armen…
Hij werd onder een ijzeren haak gezet die aan een touw door een oog aan het gewelfde plafond hing. De haak werd naar beneden gelaten en vastgemaakt aan de ijzeren boeien waarmee zijn handen achter zijn rug waren gebonden. Daarna werd de haak omhoog gehesen, hij hing een meter boven de grond. Een paar minuten lang slaagde hij erin zijn armen zo hoog mogelijk te houden. Intussen vroegen zijn beulen hem naar zijn medeplichtigen en hun adressen. Hij kon geen antwoord geven omdat hij al zijn aandacht richtte op overleven. Maar zijn spieren begaven het snel, zoals bij iedereen, en zijn armen schoten met een ruk achter zijn rug en over zijn hoofd. Hij voelde zijn schouders kraken en versplinteren, een gevoel dat mijn lichaam nog steeds niet is vergeten…Ze raakten uit de kom. Ik viel in het ijle en hing nu aan ontwrichtte armen…Intussen regende het zweepslagen op mijn lichaam, enkele daarvan sneden door de lichte zomerbroek. Het martelen hield even op, de beulen rookten een sigaret terwijl Mayer boven de grond bengelde, nog steeds bij bewustzijn….
Hans Mayer veranderde zijn naam in Jean (= Hans) Améry (anagram van Mayer). Hij schreef het boek SCHULD EN BOETE VOORBIJ. In 1978 pleegde hij zelfmoord.