Literatuurwetenschapper Andreas Van Rompaey schreef een biografie van Paul de Wispelaere, die net is verschenen. Het gaat over zijn leven…van Brugge tot Maldegem (1928-2016), over de tijdschriften (o.a. Nieuw Wereldtijdschrift) waaraan hij meewerkte, over zijn romans, waaronder TUSSEN TUIN EN WERELD, waaruit Maerlant-ath.lln. destijds in de Nederlands les grote fragmenten lazen, over zijn eigen leraarschap o.a. in de RNS Blankenberge (eind jaren vijftig, begin zestig), waaraan in de biografie geen aandacht wordt geschonken, over zijn docentschap in de RNS Brugge, over zijn hoogleraarschap aan DE UIAntwerpen. In 1998 ontving hij van de Nederlands koningin Beatrix de Prijs der Nederlandse letteren
Toen hij in 1999 naar het Maerlant-atheneum kwam, sprak leraar Nederlands toen, Jaak Coudeville, hem, de leerlingen en enkele leerkrachten toe. De speech begon zo:
“Meisjes en jongens, beste collega’s,
De meesten onder jullie weten wel met hoeveel schroom ik het voorzetselvoorwerpinleidende ‘ik ben trots op’ in de mond neem…Maar als Paul de Wispelaere, die eind vorig jaar van de Nederlandse koningin Beatrix de Grote Prijs van de Nederlandse Letteren ontving, hier nu bij ons is, dan kan ik het niet ontkennen: ik ben bedachtzaam trots.
Mijnheer de Wispelaere, van harte welkom op deze 26 ste januari 1999 in de school, waar u in de late jaren vijftig en begin zestig prille onderwijsschreden zette.
Niet ver van mij, voor jullie, zit een grote grensganger tussen de Hollandse en Vlaamse literatuur. Dit wil zeggen dat die grens er voor hem niet moet zijn. Hij is ook een grensganger tussen de literaire genres. Met groot gemak pendelt hij tussen kritiek, essays en puur scheppend proza…
Geen tweede schrijver uit ons taalgebied heeft de moderne wereldliteratuur op zo grote schaal en zo productief ingelijfd. Bij geen tweede schrijver doordringen literatuur en leven elkaar zo vruchtbaar….