
Vanochtend vroeg ben ik er vijf gaan kopen bij de bakker. Ik vroeg vijf witte pistolets, lekkere, verse pistoletjes (pistooleetjes). Ik heb er thuis boter en jam op gesmeerd. ‘Confituur’ doet me denken aan in suiker ingelegd, gekonfijt fruit. Ik gebruik voor het zoete, van fruit gemaakte broodjes- of boterhamsmeersel het woord JAM. Die broodjes heet men in Nederland vaak KADETJES, met een ‘k’ vooraan, anders, met een ‘c’, zijn het studenten aan een militaire school.
In het Frans is ‘cadet’ o.a. jonger kind, jongere persoon en ook wel eens ‘achterwerk’, ‘billen’. Zo doet het woord ook aan dat broodje, dat kadetje, dat pistoletje denken.