05/12: KLEUTERS EN LAGERE SCHOOLKINDEREN ZILVERMEEUW BEGROETEN EEN KEERTJE MET SCHROOM, MEESTAL MET ENTHOUSIASME, SINTERKLAAS EN ZWARTE PIET…OOK EEN INTERESSANTE TEKST OVER BEIDEN

 

Niet wit, niet zwart

03 december 2014 | Nadia Sels, Doceert cultuurgeschiedenis aan de UA en receptie­ geschiedenis en klassieke mythologie aan de UGent.

Sommigen vinden geen rust zolang de Piet die straks door de schoorsteen klimt, zwart is. Anderen storen er zich wellicht aan dat ze hier nog maar eens een pietenartikel voorgeschoteld krijgen. Tijd dus voor wat licht aan het eind van de tunnel, vindt Nadia Sels: Piet is zwart én wit, heeft krullend én steil haar. De dikke laag schmink verbergt Piets gezicht niet, ze is zijn ware gelaat. Een open brief aan Zwarte Piet.

Beste Piet,

Welletjes is welletjes: na al die straatrellen, doodsbedreigingen en verhitte opiniestukken is de lol er stilaan af. Tijd om eindelijk je ware identiteit te onthullen. Natuurlijk beweren ze aan beide kanten van het debat dat ze die al kennen: ‘Ieder kind weet toch dat hij blank is en zwart ziet van het roet!’ Of: ‘Je ziet toch aan zijn oorringen dat hij een zwarte slaaf is!’

Jij lacht om de stelligheid waarmee ze dat allemaal over je beweren. Alsof het om feiten en niet om een fictie zou gaan. Kinderen weten beter. Zij voelen instinctief aan dat jij en de sint niet vast te pinnen zijn op eenduidige feiten. Jullie wonen in een schemerzone tussen nacht en dag, waarheid en leugen, wit en zwart.

De anti-pieten verwijzen naar de negentiende eeuw. Toen zou Sinterklaas je als zwarte slaaf of Moorse page in dienst hebben genomen. Onmiskenbaar heb je toen een aantal van je uiterlijke kenmerken opgedaan. Maar we weten allebei dat je veel ouder bent en dat de Moorse knecht lang niet je enige gezicht is. Al eeuwenlang opereer je onder talloze aliassen. In Oostenrijk kennen ze je als Krampus, en begeleid je de heilige man in duivelgedaante, met horens en dierenhuiden. In Zwitserland noem je jezelf Schmutzli en zie je eruit als een duistere versie van de sint zelf, met zwarte pij en baard. Je draagt er wel een roe en een zak, maar je hebt geen Afrikaanse trekken. En dan zijn er nog Houzeker, Knecht Ruprecht, Hans Trapp

Wodan de grijsaard

Folkloristen brengen al die verwante tradities terug op een midwinterritueel dat verbonden was aan de Germaanse mythe van de Wilde Jacht. Daarin reed Wodan (een baardige grijsaard op een schimmel – klinkt dat bekend?) met zijn leger van doden uit in de winternacht. Het sinterklaasfeest is hier de verchristelijkte versie van. Dat je zwart bent, had oorspronkelijk dus niets met ras te maken, maar wel met je link met de nacht, de dood, de onderwereld.

Als voormalige stormdemon jaag je nog steeds angst aan en klepper je aan de ramen. Toch was je toen al geen louter negatief personage. Voor de mythische verbeelding komt nieuw leven immers altijd uit de dood voort. Als onderwereldgeest was je ook een brenger van overvloed en vruchtbaarheid. De fallische roe is daar een aloud symbool van, net als de noten en vruchten waarmee je vroeger gooide. Precies dat samengaan van tegenstellingen is essentieel in de mythe: dood en leven, angst en blijdschap, ernst en spel, licht en donker. Ze roepen elkaar op, hebben elkaar nodig.

Personages zoals jij – grappenmakers en onruststokers die precies dit ambigue karakter van de werkelijkheid belichamen – zijn in vrijwel elke mythologie terug te vinden. Met een vakterm noemen we jullie tricksters. Jullie zijn de tegenpool, maar vaak ook de ultieme helper van de gewone goden. Jullie zijn even gevaarlijk als onmisbaar. De Noorse Loki, bijvoorbeeld, is een tricksterwaar jij door sommigen aan gelinkt wordt.

Zelf verbind ik je liever aan de Nigeriaanse trickster Eshu. Niet omdat er tussen jullie een historische band te leggen valt. Wel omdat het volgende verhaal over hem me bekend in de oren klinkt: op een dag besluit Eshu twee buren die het uitstekend met elkaar kunnen vinden, tegen elkaar op te zetten. Hij zet een hoed op die aan de ene kant zwart en aan de andere kant wit is en loopt het pad af dat het grondgebied van beide buren scheidt. Het duurt niet lang of de twee voormalige vrienden vliegen elkaar in de haren over de vraag welke kleur de hoed van de vreemdeling had. Eshu amuseert zich kostelijk, heeft zijn rol als trickster vervuld: de spot drijven met mensen die geloven dat de waarheid maar één kant heeft, dat hun gezichtspunt het enig mogelijke is.

Door de traditie vernederd

Het pietendebat is complex en allesbehalve futiel. Paradoxaal genoeg maken beide kampen dezelfde fout: ze geloven dat jij, Piet, eenduidig bent, zwart of wit, racistisch of niet. De ­‘anti-pieten’ herleiden je al te vaak tot dat ene aspect van de slaaf. Zo creëren ze bijna een verplichting voor mensen met een donkere huidskleur om zich door deze traditie vernederd te voelen. Bovendien versterken ze hun tegenstanders op pijnlijk contraproductieve wijze in een foute overtuiging: dat een multiculturele samenleving noodzakelijk betekent dat de ‘eerstkomers’ hun culturele identiteit moeten opgeven.

Aan de andere kant onderschatten de ‘pro-pieten’ jou door krampachtig aan je huidige gedaante vast te houden. Ten eerste onderschatten ze je flexibiliteit. Alsof jouw essentie verloren zou gaan door één gedaanteverwisseling meer (steil haar bijvoorbeeld, want je donkere kleur lijkt me wél essentieel). En ten tweede miskennen ze je duivelse kant. Want onmiskenbaar kwetst de traditie zoals die nu vaak nog vorm krijgt, wel degelijk heel wat mensen.

Misschien moet je er maar eens voor uitkomen, beste Piet. Dat je blank noch zwart bent. Dat precies het dubbele, het raadsel, de paradox jouw essentie is. Dat is alleszins mijn gok: die dikke laag schmink verbergt jouw gezicht niet, ze is jouw ware gelaat. Laat ons iets weten, zodat we het kunnen bijleggen. Vóór die commerciële dikkerd met zijn rendieren het overneemt. Je traditie is te rijk en te mooi om aan zwart-witdenken ten onder te gaan.